wegen (Adjektiv)

1

wegens (a)

Grund, because of, on account of, by reason of, for the purpose of
  • Verfahren wegen Nichtmitteilung
  • Zaken wegens niet-mededeling
2

vanwege (a)

Genitiv, as a result of, on account of, by reason of, for the purpose of
  • Aufgegeben wegen Wassermangel.
  • Verlaten vanwege gebrek aan water.
  • wegen seines
  • vanwege hun
Grund
4

omdat (o)

Grund, Bindewort
5
Grund
Grund
7

ter wille van (prep)

because of
Bindewort
Bindewort
Grund

Satzbeispiele & Übersetzungen

Aufschlag wegen Dauer
Verhoging in verband met de duur van de inbreuk
Aussetzung wegen Sachzusammenhang
Samenhang
Steinigung wegen Ehebruchs?
Amputatie van een hand als straf voor diefstal?
Steinigung wegen Ehebruchs?
Steniging als straf voor overspel?
wegen negativen Verhaltens
naar aanleiding van negatief gedrag
wegen Diskriminierung
betreffende discriminatie
Abwesenheiten wegen
Afwezigheden in verband met

wegen (Verb)

1

abwägen (v)

beslissing
beslissing
3

wiegen (v)

gewicht, sport - boxen, to determine the weight of an object
4

gewichten (n v)

in mathematics