produzieren (Verb)

1
{{trans.|:}} etwas herstellen, Gesellschaft, herstellen
  • Die Unternehmen sollen qualitativ hochwertige Werke mit internationalem Potenzial produzieren.
  • Bedrijven aanmoedigen om kwalitatief hoogwaardig werk met een internationaal potentieel te vervaardigen.
2
{{trans.|:}} etwas herstellen, herstellen
  • Sie produzieren und verkaufen unmittelbar Nahrungsmittel.
  • Deze fabriceren en verkopen levensmiddelen rechtstreeks.
3
herstellen
herstellen
Gesellschaft
  • Alle diese Unternehmen produzieren Kunstfasern, Seilerwaren und Sisalgarne.
  • Al deze ondernemingen produceren synthetische artikelen, koorden en touw van sisal.

Satzbeispiele & Übersetzungen

Kleine Unternehmen, die wenig Schadstoffe produzieren, sind ebenfalls ausgenommen.
Onderzoeksvluchten zijn uitgesloten van de regeling.
Braucht man Pestizide um erschwingliche Lebensmittel zu produzieren?
Zij dringen er ook op aan dat de voedselveiligheid in de EU gewaarborgd is.
Viele produzieren jetzt Nahrungsmittel und sind damit auch recht erfolgreich.
In veel gevallen is dit met aanzienlijk succes gebeurd.
Die Mitgliedstaaten produzieren die in
De lidstaten stellen de in
Die Unternehmen sollen qualitativ hochwertige Projekte mit internationalem Potenzial produzieren.
Bedrijven aanmoedigen om kwaliteitsprojecten met internationaal potentieel te ontwikkelen;