DE NL Deutsch Niederländisch Übersetzungen für Person
Person (Nomen)
1
persoon (n)
Literatur, Grammatik, Mensch, allgemein
- den Ehepartner einer politisch exponierten Person oder eine dem Ehepartner einer politisch exponierten Person gleichgestellte Person,
- de echtgenoot van een prominent politieke persoon of een persoon die als gelijkwaardig met de echtgenoot van een prominent politieke persoon wordt aangemerkt;