kalibrieren (Verb)

1

ijken (v)

allgemein
allgemein

Satzbeispiele & Übersetzungen

Jeder bei normalem Betrieb verwendete Messbereich ist zu kalibrieren.
Elk gewoonlijk gebruikt werkingsgebied moet worden gekalibreerd.
Jeder bei normalem Betrieb verwendete Messbereich ist zu kalibrieren.
Elk normaal gebruikt werkgebied moet worden gekalibreerd.
Jeder bei normalem Betrieb verwendete Messbereich ist zu kalibrieren.
Elk normaal gebruikt meetbereik moet worden gekalibreerd.
Vor der Inbetriebnahme ist die Gaswarneinrichtung nach Herstellerangaben zu kalibrieren.
Voordat het gasdetectiesysteem wordt opgestart, moet het geijkt worden overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
Das Instrument ist durch Eingabe eines Kalibriersignals zu kalibrieren.
het meetbereik van het instrument wordt geijkt door middel van een ijksignaal.
Justieren und Kalibrieren
Instelling en kalibratie
Kalibrieren und Justieren des Phantomkopfes
Kalibratie en instelling van het dummyhoofd
Alle Analysatoren sind zu kalibrieren.
Alle analysatoren moeten worden gekalibreerd.
Alle FID-Analysatoren sind bei der Erstinstallation zu kalibrieren.
Bij alle FID-analysatoren moet de FID bij de eerste installatie worden gekalibreerd.