juist (Adjektiv)

1
bedoeling, gedrag
2

richtig (o)

algemeen, bedoeling, complying with justice, correct, correct, free from error, optelling, precies, taal, waarheid
3

exakt (a)

exact
4

präzise (a)

exact
5
correct
6

zurecht (o)

correct
7

gerade (o)

tijd
8

soeben (o)

tijd
9

wahr (a)

algemeen, waarheid
10

korrekt (o)

algemeen, bedoeling, correct, free from error, optelling, taal