dienen

1
Ersatzmittel, allgemein, to work for
  • Wozu dienen diese Gelder?
  • Waarvoor dienen deze gelden?

Satzbeispiele & Übersetzungen

Diese dienen als Vergleichsproben.
Zij moeten als referentie worden gebruikt.
Diese Dienste dienen
Deze diensten leggen zich toe op
Qualitativ hochwertige Statistiken dienen dem Binnenmarkt, und sie dienen den Unternehmen.
Kwaliteitsstatistieken zijn van nut voor de interne markt en het bedrijfsleven.
Wozu soll sie dienen?
Welk belang dient dit?
Innovationen dienen dem Verbraucher.
Innovaties zijn in het voordeel van de consument.
der Binnenschifffahrt dienen.
via de binnenwateren.
und dienen
en dekken
, die als Puffer dienen.
bij wijze van buffer
Landesverteidigung dienen
toe te passen ten aanzien van

dienen (Verb)

1

nutzen (v)

vervangmiddel
2

dienen (v)

algemeen, to work for, vervangmiddel
3

fungieren (n v)

to have a function