besprechen (Verb)

1

bespreken (v)

Problem, diskutieren, to converse or debate concerning a particular topic, (transitive) To speak about; tell of; relate; discuss
Problem
3
diskutieren
to converse or debate concerning a particular topic, diskutieren
5
to converse or debate concerning a particular topic, diskutieren
6
Problem
7
Problem
Problem

Satzbeispiele & Übersetzungen

Am Ende jedes Kontrollbesuchs treten die Delegationsmitglieder und die Vertreter des besuchten Mitgliedstaats zusammen, um die Ergebnisse zu besprechen.
Aan het einde van elk controlebezoek komen de leden van de delegatie en de vertegenwoordigers van de betrokken lidstaat bijeen om de resultaten te beoordelen.
Es ist dann Aufgabe der Regierungschefs, die Ergebnisse dieser Foren beim EU-Gipfel im Juni zu besprechen.
De conclusies van deze besprekingen zullen naar EU-leiders worden gestuurd en door hen in overweging worden genomen tijdens de Europese top in juni.
Hat sich die Kommission vor Kurzem mit irischen Regierungsvertretern getroffen, um die Frage der Umweltverschmutzung im Lough Swilly in der Grafschaft Donegal zu besprechen?
Kan de Commissie meedelen of zij onlangs een ontmoeting heeft gehad met vertegenwoordigers van de Ierse regering om van gedachten te wisselen over problemen in verband met aanhoudende milieuschade aan Lough Swilly, County Donegal?