beeinflussen (Verb)

bewegen, to influence or alter, bestimmen, Wirkung, Person, Meinung
2
bestimmen
3

bepalen (v)

bestimmen
bewegen
Meinung
Wirkung
  • Verkaufspreise und Faktoren, die die Inlandspreise beeinflussen
  • Verkoopprijzen en factoren die van invloed zijn op de binnenlandse prijzen
  • Verkaufspreise und Faktoren, die die Inlandspreise beeinflussen
  • Verkoopprijzen en factoren die van invloed zijn op de prijzen binnen de Gemeenschap
  • Elemente, die den Wankpol beeinflussen,
  • elementen die van invloed zijn op de rolpoolhoogte.

Satzbeispiele & Übersetzungen

Faktoren, die die Verkaufspreise beeinflussen
Factoren die van invloed zijn op de verkoopprijzen
Verkaufspreise und Faktoren, welche die Inlandspreise beeinflussen
Verkoopprijzen en factoren die van invloed zijn op de binnenlandse prijzen
Wie beeinflussen diese Entwicklungen die Beitrittsverhandlungen?
Welke invloed zullen deze ontwikkelingen uitoefenen op de toetredingsonderhandelingen?